Schermafbeelding 2023-02-20 093251

De werkzaamheden op een nertsenhouderij zijn nauw verbonden aan de levenscyclus van de nerts. Aangezien dit een jaarcyclus is, heeft de pelsdierenhouder het hele jaar door erg afwisselend werk.

 

Paren
Eénmaal per jaar in de maand maart vindt de paring plaats tussen de reuen en teven. Zij worden daarvoor vaak meerdere keren bijeen gebracht. Een natuurlijk proces waarvoor de beste dieren van voorgaande jaren geselecteerd zijn. De reuen worden daarna gepelsd. Een goede rustige teef die grote nesten voort brengt met nertsen met een mooie pels kan soms 4 jaar blijven.

 

Huisvesting
Nertsen worden gehouden in zowel open (sheds) als gesloten stallen. De dieren leven in leefruimtes die aan wettelijk voorgeschreven afmetingen voldoen. Daarover leest u meer op de pagina huisvesting. De pelsdierenhouder zorgt ervoor dat het nachtverblijf gevuld is met stro. Hier werpen de moederdieren hun jongen. Een mestafvoersysteem zorgt ervoor dat de mest niet op de grond valt maar afgevoerd wordt naar een mestput.

 

Werpen
In april legt de pelsdierenhouder in de nestkisten en boven op het gaas van de nestkisten stro. De nerts maakt daarmee haar eigen nest. Na een draagtijd van ca. 52 dagen krijgen de nertsen jongen. Dit gebeurt één keer per jaar, in de periode vanaf eind april tot eind mei. Gemiddeld werpt een moederdier 4 tot 6 jongen per worp. De pelsdierenhouder loopt in deze tijd van het jaar voortdurend rond om nesten te controleren. Is er wel voldoende stro aanwezig en verloopt de werptijd probleemloos? Heel kleine nesten met één of twee pups worden af en toe aangevuld met pups uit extreem grote nesten met bijvoorbeeld meer dan tien pups. Dit kan alleen de eerste dagen na de geboorte. Een prima oplossing zowel voor de moeder als voor de pups.

 

Verspenen
In het verleden werden nertsen altijd rond een leeftijd van zes weken verspeend (teef en pups scheiden). Uit onderzoek is gebleken dat dit voor een groot deel van de pups erg vroeg is. Nertsen groeien rustiger op als beter voldaan wordt aan hun zuigbehoefte. In de Wet dieren is de speenleeftijd aangepast naar 8 weken tenzij de gezondheidstoestand van de moeder en/of pups eerder spenen vereist. Op de pagina huisvesting kunt u lezen op hoeveel leefruimte de nertsen gedurende die periode recht hebben.

 

Enten
In juni ent de pelsdierenhouder zijn pups met een triple vaccin (op een leeftijd van ongeveer 6 weken) tegen Botulisme (voedselvergiftiging), Pseudomonas (longontsteking) en Mink Virus Enteritus (diarree). Dierenartsen adviseren om ook te enten tegen Distemper (hondenziekte). Dit gebeurt als de pups minimaal 12 weken oud zijn. Op deze manier blijven de dieren gezond. Vaccineren is ook in het belang van de boer omdat hij hiermee een grotere kans heeft op gezonde dieren met een mooie pels.

 

Voeren
Een nerts krijgt elke dag vers voer. Zij zijn van nature vleeseters (carnivoren) en krijgen restproducten uit de pluimvee- en visindustrie. Gedurende de verschillende levensfasen verandert de samenstelling van het voer. In de zomer voert de pelsdierenhouder ook vaak meerdere keren per dag. Een moederdier met pups heeft nu eenmaal meer energie nodig dan een pasgespeende pup en in de zomer mag je het aantal nertsen op een bedrijf met 5 à 6 vermenigvuldigen. De pelsdierenhouder vult zijn voerwagen vanuit de opslagtank en brengt op elke leefruimte de juiste hoeveelheid voer aan voor het aantal dieren dat zich daarin bevindt. Steeds vaker wordt gevoerd met behulp van een voerpilot. Deze zorgt voor een precieze dosering zodat de juiste bodyscore/conditie bereikt wordt voor die periode van het jaar.

 

Selectie
In het najaar vindt de selectie van fokdieren voor het volgende seizoen plaats. Dit vereist veel vakkennis. De nertsenhouder let met name op: gezondheid, het aantal pups dat de moeder het afgelopen seizoen wierp (fokgemiddelde) maat/gewicht en de pelskwaliteit.

 

Doden
De dieren die niet voor het volgende seizoen worden geselecteerd, doodt de pelsdierenhouder of één van zijn medewerkers op een snelle, pijnloze manier in de maanden november en december. Er vindt dus geen transport plaats naar een slachterij. De pelsdierenhouder loopt met een grote kist, gevuld met zuivere koolmonoxide, door het gangpad. De nertsen die volgend jaar niet bruikbaar zijn voor de fokkerij, worden door hem ter plekke in de kist geplaatst. Zij slapen binnen enkele seconden in. Deze speciale methode is in samenwerking met de overheid ontwikkeld. Pelsierenhouders zijn verplicht om hiervoor een cursus te volgen en een officieel certificaat te behalen.

 

Pelzen
Het pelzen gebeurt vervolgens veelal op het bedrijf zelf. Daarna maakt de pelsdierenhouder de pelzen schoon, schraapt en droogt ze. Sommige pelsdierenhouders laten dit proces, of gedeelten daarvan, door officiële pelzerijen verzorgen. Hiervoor is namelijk speciale apparatuur nodig zodat de pelzen niet beschadigd raken.

 

Nabewerking
Nadat de pelzen zijn schoongemaakt en gedroogd, worden ze gereed gemaakt voor transport. De handel van pelzen vindt grotendeels plaats op internationale veilingen. De grootste veilingen vinden plaats in Kopenhagen, Helsinki, Seattle, Toronto en New York. Slechts een kwart gaat direct naar de bontverwerkers. Steeds meer pelzen worden tegenwoordig, voordat ze verwerkt worden in jassen, kragen of allerlei accessoires, nog geverfd, geprint, geschoren, geplukt, geknipt of op een andere manier bewerkt. Na de zeer arbeidsintensieve pelstijd wordt het bedrijf schoongemaakt en ontsmet. In maart begint de cyclus weer van voren af aan met de paartijd.